IndexLast Update: 2025-08-11 20:32:22

Denken, redeneren en voelen

Redeneren gaat in woorden en is in stappen naar een conclusie toewerken. Dit kan deductief en inductief. Deductief voelt als vooruit: je begint met iets dat je weet of waarneemt en leidt daaruit een gevolg af. Inductief voelt als achteruit: je begint met iets dat je denkt en gaat na of het inderdaad overeenstemt met de dingen die je weet of waarneemt.

Gevoel is anders en moeilijker te omschrijven of te begrijpen. Gevoel is niet in woorden. Vaak gaat gevoel het denken vooruit. Je hebt een slecht voorgevoel over iets en pas later begrijp je waarom en ben je in staat dit in woorden uit te beschrijven.

Misschien helpt het om te kijken naar de werking van het menselijk brein. Dit is geen elektronische schakeling waarin alles exact is bepaald en waaruit uit het ene altijd exact het andere volgt. Het is meer een verzameling herinneringen met daartussen verbindingen die sterker of zwakker zijn en voortdurend worden opgebouwd en afgebroken al naar gelang ze vaker of minder vaak worden gebruikt en juist of onjuist blijken te zijn. Een voorbeeld is doctrine. Door het steeds herhalen van een idee, worden de verbindingen in de hersenen rond dit idee heel sterk en gaat het idee voelen als de waarheid.

Gevoel zou je kunnen zien als parallel denken. In je brein worden alle herinneringen rond één of een paar specifieke herinneringen in één keer bij elkaar genomen tot een soort onbestemd gemiddelde. Later ben je dan in staat de verschillende herinneringen die aan dit gemiddelde hebben bijgedragen te onderscheiden en het gevoel onder woorden te brengen.

Zowel redeneren als voelen worden dan vormen van denken.