IndexLast Update: 2025-08-06 13:36:58
Meten is weten. Het is wetenschappelijk onderzocht en dus waar. Een paar voorbeelden:
Kinderen kunnen leren, volwassenen niet. Inmiddels hebben "ze" ontdekt dat de structuren in de hersenen om te leren verdwijnen naarmate je ouder wordt en is het bewijs dus geleverd. Niet dus. Er zijn veel meer verschillen tussen kinderen en volwassenen:
Kinderen mogen fouten maken en hebben dus ruimte om te leren, volwassenen niet, die moeten laten zien dat ze dingen kunnen, worden niet geacht te vragen naar dingen die ze niet weten, maar moeten beweren en presteren.
In de wereld van een volwassene zijn meer zorgen en verantwoordelijkheden, is er daardoor minder aandacht voor dingen die geleerd kunnen worden en zit het geheugen vol met herinneringen. Kinderen hebben minder zorgen en een leeg geheugen.
Kinderen hoeven niet te twijfelen. Normaliter nemen ze wat ze van volwassenen horen, zeker van hun ouders, zonder hierover na te denken, definitief voor waar aan en hoeven nieuwe dingen niet in te passen in kennis die ze al hebben.
Kinderen leren, zeker voordat ze taal goed machtig zijn, veel meer non-verbaal dan volwassenen en het leren is daarmee een geheel ander proces.
Wat wel duidelijk is, is dat vaardigheden en informatie die je niet gebruikt op de achtergrond raken. Ook is bekend dat hersenen zich voortdurend aanpassen aan veranderende situaties. Verbindingen worden steeds vernieuwd, veranderd en hersteld indien nodig, wat verklaart dat leerpatronen bij volwassenen minder actief kunnen zijn dan bij kinderen. Dit betekent echter niet dat volwassenen niet meer in staat zijn om te leren als kinderen.
Depressies hebben een fysieke reden. Bij mensen met een depressie meten we lagere hoeveelheden van bepaalde stoffen en een tragere overdracht van signalen in de zenuwen. Een pil met de ontbrekende stoffen erin en het probleem houdt vanzelf op. Even meten en inderdaad zijn door de pil de stoffen erbij gekomen. Gut, de persoon is dood, zelfmoord. Het was andersom, de fysieke verschijnselen waren gevolg en niet oorzaak van de depressie en aan de oorzaak was niets gedaan. De middelen hebben alleen de fysieke verschijnselen onderdrukt, daarmee de persoon en nu definitief.
We hebben een enquete gedaan en de uitkomst was positief. Ja, maar de vragen waren zo dat een negatieve uitkomst onmogelijk was. Een voorbeeld hiervan was ooit een enquete over rekeningrijden. Hierin werd gevraagd bepaalde ideeën, maar niet alle, achter rekeningrijden te beoordelen en als deze beoordeling positief uitviel, was de conclusie dat je voorstander was. Er werd echter alleen gevraagd naar ideeën waar men onmogelijk tegen kon zijn en er werd geen rekening gehouden met het feit dat rekeningrijden deze ideeën niet verwezenlijkte. Door deze vraagstelling was het onmogelijk om een negatieve uitkomst uit de enquete te krijgen.
Hetzelfde geldt voor statistiek. Deze werkt vaak met betrouwbaarheidsdrempels. Iets wordt bijvoorbeeld voor waar aangenomen als het in 95 procent van de gevallen geldt. Maar waarom 95 en geen 96 procent? En die 5 procent? Als 5 procent van de patiënten overlijdt is dit toch wel veel. Het probleem is dat statistiek gaat over kansen en niet over waar of onwaarheden. Als je iets 100 keer doet en het gaat 10 keer fout is de kans dat het goed gaat 90 procent. Roepen dat iets waar is als het in 95 procent en niet waar als het in 94 procent van de gevallen geldt is willekeur. Statistiek zegt niet meer of minder dan dat iets in zoveel van de zoveel gevallen goed gaat en in zoveel van de zoveel gevallen fout. Statistiek zegt niets over waar of onwaar en dit soort uitspraken moet je er niet mee doen.
Meten is niet hetzelfde als weten voordat je heel precies hebt begrepen wat je meet en dat deze meting inderdaad meet wat je wil weten. Daarnaast zijn de mensen die "er verstand van hebben" vaak belanghebbend bij succes van wat ze bedacht hebben of waarin ze zijn opgeleid, hebben ze te weinig oog voor de daadwerkelijke al dan niet toepasbaarheid ervan en soms zijn ze regelrecht partijdig.
In het algemeen is meten niet gelijk aan weten omdat je niet weet wat je meet.