IndexLast Update: 2025-07-28 20:32:21
De mensheid wil vooruitgang en wetenschap probeert grenzen te verleggen om dit mogelijk te maken. Dit is risicovol en gaat meestal mis. Op honderd keer proberen, heb je maar een enkele keer succes, maar zonder de 99 mislukkingen heb je het succes ook niet. Alleen succesvol onderzoek doen kan niet, want je weet niet welk onderzoek dit is. Om dezelfde reden kun je onderzoek niet beoordelen. Meestal wordt pas veel later het belang ingezien of begrepen dat het misschien succesvol leek maar niet was. Dit is de essentie van vernieuwing. Omdat je je tijd vooruit bent, weet je vantevoren niet heel goed waar je aan begint en of dit succesvol zal zijn en na afloop ook niet of het goed of succesvol was.
Hierdoor is wetenschappelijk onderzoek zeer risicovol en vrijwel altijd verliesgevend. Het kan daarom niet worden gedaan door private bedrijven, die winst moeten maken, maar omdat mensen toch vooruit willen komen en daarom willen dat het wordt gedaan is het belegd bij de overheid en wordt het gedaan aan universiteiten en betaald uit belastinggeld. Het is immers in het algemeen belang. Vanzelfsprekend is er onderzoek dat op korte termijn geld kan opleveren, maar dit soort onderzoek kan worden en wordt gedaan door private bedrijven, die er vervolgens inderdaad aan verdienen. Het is dan ook niet het onderzoek dat geld oplevert dat moet worden gesubsidieerd, zoals de politiek denkt. Integendeel. Onderzoek dat op korte termijn geld oplevert heeft geen subsidie nodig en is niet de taak van overheid en universiteiten. Het gaat om het onderzoek in het belang van de gemeenschap op de lange termijn, dat niemand wil doen, maar wel gewenst is. Ook zijn het niet de studies die het gemakkelijk maken een baan te krijgen die moeten worden gesubsidieerd. Hiervoor is het beroepsonderwijs, waaronder het HBO, dat is gericht op een beroep ofwel een baan. Een universitaire studie is om zelfstandig te leren nadenken en onderzoeken en minder tot niet om te leren uitvoeren wat anderen hebben bedacht.
Onderzoek en onderwijs aan universiteiten is niet in het licht van een bepaald productieproces, maar puur voor de vergroting van menselijke kennis op zich en de resultaten zijn openbaar, voor allemaal en worden betaald door allemaal. De universiteiten zelf verdienen er niet aan, maar maken geld verdienen door anderen mogelijk. Omdat er dus niet aan kan worden verdiend door degenen die het doen, werken private sector denken en marktprincipes niet voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
Het onderzoek wordt meestal gedaan door gedreven mensen met een hoge opleiding. Wetenschappers onder druk zetten om ze harder te laten werken werkt niet. Dit doen ze zelf al genoeg en het leidt uitsluitend tot denken in cirkels en maken van denkfouten omdat je te snel wil en je niet bereid bent of niet de ruimte hebt om goed door te denken voordat je begint en je je het niet kunt permitteren om op fouten terug te komen. Creatief denken en denken zonder fouten kunnen niet worden versneld of worden afgedwongen.
Ook het dwingen van wetenschappers tot samenwerken en/of concurreren is niet productief. Tegelijk kan helemaal niet want concurrentie en samenwerking zijn elkaars tegenpolen. Samenwerken moet vanzelf gaan en niet omdat het wordt opgelegd, maar omdat het nodig is. Echt nadenken doe je overigens alleen, maar in wetenschappelijk onderzoek heb je je collega's nodig in de hoop dat ze misschien iets hebben dat je kan gebruiken en is het buitengewoon prettig als jij iets hebt dat zij kunnen gebruiken, omdat dit een bevestiging is dat je werk niet voor niets is geweest. Ook dit moet vanzelf zijn weg vinden en kun je niet vooraf regelen want het is niet voorspelbaar, maar het uitwisselen van ideeën mag geen risico zijn voor je eigen positie door concurrentie. Het is juist zaak om zo open en flexibel mogelijk te zijn. Concurreren geeft uitsluitend onrust, stress, haast etc en vermindert ruimte om na te denken en creatief te zijn. Dit alles maakt dat vertrouwen van de maatschappij in wetenschappers de enige manier is om daadwerkelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan te krijgen en niet alleen commerciële schijnsuccessen te halen.
Om een vast dienstverband aan een universiteit te krijgen geldt een lange proeftijd en de salarissen voor wetenschappers en ondersteunend personeel, zoals systeembeheerders, waaraan vaak wetenschappelijke eisen worden gesteld, zijn lager dan die in het bedrijfsleven. De keerzijde is dat je als medewerker aan een universiteit vrijheid van denken en handelen hebt en voldoende baanzekerheid om dingen te proberen die kunnen mislukken en zo te proberen verder te komen. Althans, dit is het idee. Vanwege het risico werd vroeger wetenschap vaak beoefend uit hobby door mensen die zo rijk waren dat ze niet hoefden te werken.
Op dit moment is door de bemoeienis van politiek en daaruit voortvloeiend private sector denken, het wetenschappelijk systeem van creativiteit, flexibiliteit, informele korte communicatielijnen, lange dienstverbanden en daardoor kennisoverdracht, openheid, veiligheid en vertrouwen om vrij na te kunnen en durven denken zeer beschadigd tot verdwenen. Repareren zal zeer lastig zijn, want door de tegenwoordig kort lopende contracten voor wetenschappers zijn de wetenschappelijke cultuur en mensen met lange wetenschappelijke ervaring vrijwel of helemaal verdwenen, met als gevolg dat zeer veel kennis en inzichten verloren zijn gegaan.
Dit is in een tijd dat de benodigde opleiding om wetenschap te kunnen doen toeneemt omdat menselijke kennis en ontwikkeling toenemen. Men moet steeds meer weten om nog te kunnen bijdragen aan vernieuwing. Door de toename van menselijke kennis worden immers de dingen die nodig zijn om direct te overleven steeds gemakkelijker, maar wordt verder komen in menselijke ontwikkeling steeds moeilijker. Dit vergroot de schade door de afbraak van de voor deze ontwikkeling benodigde structuren door de politiek nog meer.
Alleen al de computer is niet uitgevonden door Microsoft, zoals sommigen schijnen te denken, maar door mensen die jaren geleden uit pure nieuwsgierigheid probeerden mechanisch te rekenen met enen en nullen en door wiskundigen die daar theorieen voor verzonnen. Dit was al ruim voor het jaar 1900 en toentertijd geheel niet maatschappelijk relevant en zeker niet maatschappelijk succesvol. Bedrijven gingen zich er pas mee bemoeien toen het succesvol genoeg was om geld mee te verdienen. Anders gezegd, zonder het zuiver wetenschappelijk onderzoek van toen was er nu geen computer, maar toen was er nog geen computer om publicaties mee te tellen en kon hij nog worden uitgevonden.